De Achternaam

Als drager van de achternaam ‘van der Hauw’ wordt vaak gevraagd naar de afkomst van deze naam en omdat wij daar eigenlijk geen afdoend antwoord op konden geven, zijn we in de geschiedenis van onze familie gedoken. Een drietal verhalen over de afkomst van de achtenaam circuleerden wel in de familie, maar doordat deze onderling nogal verschilden leek verder onderzoek noodzakelijk.

Over de oorsprong van namen is vrij veel gepubliceerd. Welk boek wij echter ook raadpleegden, er werd wel deze naam genoemd, maar de oorsprong bleef onbekend. Het P.J. Meertens-Instituut van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, afdeling Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde te Amsterdam, waarmee wij ook contact gehad hebben, heeft hiervoor wel een aantal suggesties aangedragen, maar eigen onderzoek bleef noodzakelijk.

Als eerste aanzet bij ons onderzoek konden wij gebruik maken van gegevens verzameld door Ds.Tj. van der Hauw (U 5 October 1996) (Xa).

Deze was in het bezit van een reeks namen en data in de mannelijke lijn die terug voerde tot begin negentiende eeuw. Hij had hierbij gebruik gemaakt van gegevens verzameld door zijn vader Arjen van der Hauw (IXa), die omdat hij politieagent was in de 2e Wereld Oorlog, moest aantonen dat hij geen Joodse voorouders had.

Inmiddels is door ons onderzoek de reeks personen zo toegenomen, dat we een vrij uitgebreide genealogie hebben kunnen samenstellen, die terug voert tot ongeveer 1650. Zowel in de diepte als in de breedte is het geheel aanzienlijk uitgebreid tot zo'n 8500 personen.

 

De drie verhalen :

Tekst: Tjerk van der Hauw (1918-1996) (Xa.).

A.
Er was eens een Zwitserse dragonder genaamd Frans, die diende in het leger van Napoleon. Hij raakte licht gewond en kreeg een stukje land met zijn mededragonders uit Zwitserland nabij Kornwerd. Ze bouwden er samen een dorp, dat ze Zurich noemden. Het land was gevorderd van de familie Haersma Buma. Toen Frans zich in 1813 een achternaam moest geven noemde hij zich Frans van der Houw, omdat hij op de Houwplaats woonde aan de zeedijk ten noorden van Makkum.
Na de Franse tijd geraakte hij in armoede en ging naar Makkum. Zijn vrouw zou de liederen van de zeemeerminnen kunnen nazingen, die elke avond in de haven kwamen. De zonen van Frans schoten met oude geweren op eenden en zeevogels op de dijk, waarbij één van hen zijn hand verloor door een noodlottig schot. Omstreeks 1830/40 zouden ze in armoe naar Bolsward getrokken zijn en gewoond hebben in een steeg. Een nakomeling (Arjen Duvel) zou bij Hichtum gewoond hebben, voor de Aylva State in een klein arbeidershuisje aan de trekvaart. Hij is daar ook overleden.



Gedeelte van Friesland met Makkum, Bolsward en Het Houw (1862).

B.
Er was eens een "van der Hauw", die overal rond trok en omstreeks 1627 te Amsterdam kwam (schipper ?). Er werd een dochter geboren genaamd Femmigje van der Hauw. Ze werd maar vier maanden oud. Ze zouden afkomstig zijn uit de omgeving van Kleef of Emden. Later zou de familie zich in Grouw gevestigd hebben. Daar is omstreeks 1700 een Frans, die een zoon Bote krijgt. Kan ook een Menno geweest zijn, want hij staat te boek als Bote Mennoszoon geboren te Grouw omstreeks 1740.
Deze zou zonen gehad hebben die in het Franse leger moesten (recrutering) en één ervan was kanonnier en de andere sappeur. Ze keerden terug en vestigden zich nabij Makkum. Frans ging wonen op de Houwplaats en was rijk en goed ontwikkeld. Hij schrijft heel mooi in het doopregister van de Nederlands Hervormde Gemeente te Makkum.



De Houwdijk en de Boerderij Houw op de kop van de Afsluitdijk anno 2001.

C.
"Mijn vader Arjen vertelde het zo:"
Frans Arjens van der Hauw werd nabij Makkum geboren in 1813. Hij trouwde met Teatske van der Zee geb. 1813 te Makkum. Hij schrijft sierlijk in het doopboek. De vader van Frans heet Arjen Franszoon en woonde op de Houwplaats. De boerderij was naar hem genoemd. Dat was de plaats van hun voorvaderen omstreeks 1400 geweest.
Hij was op de zgn. Franse school geweest en was erg verstandig. Hij kreeg last met de belastingen onder het Napoleon-regiem en moest een derde afstaan van al zijn bezit. Hij trok weg via Makkum naar Bolsward en woonde in de Pieter Zaalsteeg nr. 4. Dat is tussen de Kerkstraat en de Kleine Dijlakker.
Daar werd op 4 Augustus 1840 een zoon geboren genaamd Arjen Franszoon van der Hauw. Toen waren vader Frans en moeder Teatske 27 jaar oud. Ze zijn getrouwd op 26 Mei 1838 te Wonseradeel (de gemeente waarin het Makkum ligt).
Teatske was een dochter van Age van der Zee die in 1812 geboren is en in 1869 stierf. Zijn vrouw heette Hiltje van der Weide.

 

Tot zo ver de drie gangbare verhalen, die binnen de familie de ronde hebben gedaan. Uit ons onderzoek in de archieven komen, zoals zal blijken, heel andere feiten aan het licht. Helaas zijn we, vooral in het begin, door deze verhalen heel vaak op het verkeerde been gezet.

In verhaal A wordt gesproken over het leger van Napoleon. Voor zover wij hebben kunnen nagaan heeft geen enkele Van der Hauw iets te maken gehad met dit leger. Wij denken dan ook dat een aantal van bovengenoemde feiten horen in de genealogie van Jeltje van der Veen, echtgenote van Arjen Fransz. van der Hauw (VIIc.) en/of in die van Trijntje Schaafsma, schoonmoeder van Tjerk van der Hauw (VIIIb.), die wel veel familiebanden in Makkum en omstreken hadden.
Niemand met de naam van der Hauw heeft overigens ooit gewoond in Makkum.

Verhaal B heeft tot een bijna complete genealogie Van der Houw uit Amsterdam geleid. Connecties met onze familie hebben we tot op heden niet kunnen vinden. Eveneens ging het fout met de plaatsnaam Grouw. Dit bleek Gauw, een dorpje ten noordoosten van Sneek, te moeten zijn. Akten zelf blijken wat betreft namen soms niet erg betrouwbaar te zijn, zoals u straks zelf zal kunnen constateren. Daarnaast is ook het patroniem van Bote Mennoszoon verwisseld met die van zijn vrouw Franskje Minnes. De juiste namen zijn dan ook Bote of Botte Arjens en Franskje Minnes.

Ook in verhaal C kloppen een aantal feiten niet met onze bevindingen. Voor zover wij hebben kunnen nagaan heeft geen enkele Van der Hauw op de zogenaamde "Houwplaats" bij de kop van de Afsluitdijk gewoond. Dat ook wij enkele aannames later zullen moeten corrigeren is helaas een gegeven dat in elke genealogie voorkomt.

Over de afkomst van (familie)namen is vrij veel gepubliceerd. Welk boek wij echter ook raadpleegden, er werd wel onze naam genoemd, maar de oorsprong ervan bleef onbekend. Het P.J. Meertens-Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen afdeling Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde te Amsterdam heeft hiervoor wel een aantal suggesties aangedragen, maar eigen onderzoek bleef noodzakelijk. De correspondentie met dit instutuut wordt verder in dit hoofdstuk beschreven.

Als eerste aanzet bij ons onderzoek konden wij gebruik maken van bovenstaande gegevens en van een reeks namen en data in de mannelijke lijn die terug voerden tot aan het begin negentiende eeuw. Deze summiere lijst van namen hadden we gekregen van ds. Tj. van der Hauw (Xa). Dit waren metname gegevens van zijn vader, die omdat hij politieagent was, in de Tweede Wereld Oorlog moest aantonen dat hij geen joodse voorouders had.

Inmiddels is de reeks personen zo toegenomen, dat we een vrij uitgebreide genealogie hebben kunnen samenstellen die terugvoert tot ongeveer 1650. Zowel in de diepte als in de breedte is het geheel aanzienlijk uitgebreid.

2.2 Naamsaanname Van der Hauw; de feiten

De naam Van der Hauw is pas aangenomen op 28 december 1811 te Bolsward door Arjen Bottes (Vc). In december van dat laatste jaar ondertekende Arjen Bottes te Bolsward de volgende akte:

Naamsaanname akte "van der Hauw"; 28 december 1811 te Bolsward.

Arjen was geboren te Gauw en gedoopt aldaar op 27 januari 1771. In 1803 zijn hij en zijn vrouw Tietje Jans Heeg verhuisd naar Sneek en hebben zijn daar gaan wonen op perceel 9 Buiten de Oosterpoort.
Ze hadden toen al een zoon Jan die op 29 juni 1802 te Gauw geboren was. In Sneek kregen ze nog twee dochtertjes beide genaamd Botje. De oudste overleed al op tweejarige leeftijd en de tweede werd slechts veertien weken oud. Daarna kregen ze nog een zoon die ze Botte noemden.

Uit de overlijdensakte in 1808 van hun tweede dochter Botje blijkt dat Arjen Bottes gewerkt heeft in de houtzaag- en pelmolen van de Pieter Jacobs Mastenbroek die net buiten Sneek, in de buurt van de Houkesloot (in het gebied dat Buiten de Oosterpoort genoemd werd) lag. In het onderstaande plaatje  wordt deze molen (onderin) omschreven als zijnde een pelmolen. Dit is een molen waar gerst, rijst of haver gepeld wordt. Echter volgens de verkoopadvertentie in 1823 en 1831 was het een houtzaagmolen.


Sneek en omstreken rond 1800.

Tegenwoordig is heel het gebied buiten de Oosterpoort bebouwd met woningen en industrie, zodat er weinig tot niets meer van vroeger terug te vinden is.

Een vergelijkbare houtzaagmolen staat nog steeds bij IJlst en is genaamd De Rat. De achtkante molen aan het Sperkhem had een vlucht van 22 ellen en 61 palmen (22,61 meter) en was voorzien van drie sleden waarvan twee voor zwaar en één voor licht hout. Op een slede werd het te zagen hout gelegd. Zowel de zaag als de slede werden door windkracht aangedreven. De slede werd op rails langs de zaag gevoerd waardoor het hout/boom op maat werd gezaagd.
Zoals op het bovenstaande kaartje is te zien waren er meer molens rondom Sneek. Deze molens stonden met name langs de diverse waterwegen rondom Sneek die voor het aan- en afvoeren van grondstoffen en producten dienden. De wegen in die tijd waren vaak nog onverhard en dus niet altijd het gehele jaar goed begaanbaar.

Houtzaagmolen 'de Rat' (IJlst).

De molen van Mastenbroek is rond de 30-er jaren van de negentiende eeuw verdwenen. Omdat deze zo dicht stond bij de Houkesloot bestaat het vermoeden dat onze achternaam hier aan ontleend is. Op de kaart van Sneek uit 1792 door Koopmans wordt de Houkesloot als Hauwkesloot geschreven.

Detail kaartje van Koopmans in 1792.

Tussen november 1809 (geboorte zoon Botte) en december 1811 (naamsaanname) zijn Arjen Botjes en zijn vrouw Tietje Jans verhuisd naar Bolsward.
 

 

In 1822 woonden zij in de buurt van de Broerekerk. Hun op één na jongste zoon Botte overleed toen op twaalfjarige leeftijd in hun huis met nummer 552 dat vlak bij de Snekerpoort was gelegen.

Detail plattegrond Bolsward begin 19e eeuw.

Het gebied achter de Broerekerk wordt nog steeds Het Hof genoemd. Volgens de heer Brouwer van het Meertens-Instituut (bladzijde 14 en 15) zijn Hou en Hof in het Fries synoniem. Met andere woorden als zij in 1811 bij ‘t Hof zouden hebben gewoond zou dit een goede verklaring voor onze achternaam zijn.

Een andere verklaring kan zijn dat de molen waarin Arjen Botjes kort daarvoor had gewerkt een rol heeft gespeeld. Deze molen was gelegen in de buurt van de Houkesloot die volgens een kaart in die tijd ook wel geschreven werd als Hauwkesloot. Ook was er tussen Sneek en Gauw een landgoed van de burgemeester van Sneek genaamd Haubois.

Zolang we niet precies weten waar Arjen Bottes ten tijde van zijn naamsaanname woonde, blijven drie verklaringen mogelijk. Dat de naam afgeleid zou zijn van de boerderij Ten Heuw uit Enschede lijkt niet waarschijnlijk. Het is echter niet uit te sluiten. Het is niet waarschijnlijk omdat Arjen Bottes de enige is die een naam aanneemt die op Ten Heuw lijkt. Alle andere nakomelingen van Coert Gerrits lieten hele andere namen registreren. Bijna alle aangenomen namen hebben met hun toemalige woonplaats of beroep te maken.

Tussen 16 november 1809 (doop van Botte) en 28 december 1811 (naamsaanname) is de familie verhuisd van Sneek naar Bolsward.

Tussen 1809 en 1811 zijn ze vertrokken naar Bolsward. In februari 1813 werd hun jongste zoon, Frans Arjens, in Bolsward geboren. In 1822 overleed hun zoon Botte op twaalfjarige leeftijd. Volgens de overlijdensakte woonde het gezin Van der Hauw in dat jaar bij de Sneekerpoort te Bolsward.
Ook hun oudste zoon Jan werd niet oud. Hij overleed een jaar later, op éénentwintigjarige leeftijd in het militaire hospitaal te Groningen.

Van het gehele gezin Van der Hauw wordt alleen hun jongste zoon volwassen en trouwt.

Dat de broers en neven van Arjen Bottes niet allemaal dezelfde achternaam aannamen blijkt wel uit het feit dat zijn broer Minne (Vb) de naam Van der Grin aannam. Hun achterneef Gerrit Arjens (Vd) nam de naam Van der Vegt aan en een andere neef, Symen Arjens (Va) liet zich Zaagstra noemen.

Aangenomen namen bleven niet altijd gehandhaafd. Dit blijkt uit het feit dat Minne Botjes van der Grin niet met die naam overleden is, maar als Griepstra. Datzelfde gold voor Sijmen Arjens Zaagstra wiens nageslacht plotseling overschakelde op de naam Schaafsma. Bij navraag op de archieven bleek dat dit wel vaker voorkwam in de periode 1811 - 1825. Vanaf 1825 lette de overheid hier beter op.

Tot voor kort kregen de meeste Nederlanders hun voornamen door middel van vernoeming. Er zijn dan ook veel families waarin generaties lang een aantal voornamen zeer veel voorkomt. In onze familie zijn dit de namen Arjen en Frans. Het vernoemen vond mede onder invloed van het christendom en plaatselijke tradities steeds meer volgens vaste gewoonten plaats. In Friesland werd de oudste zoon vernoemd naar de vader van de moeder, de tweede zoon naar de vader van de vader, de oudste dochter naar de moeder van de moeder, tweede dochter naar de moeder van de vader. De volgende zonen en dochters naar respectievelijk broers en zusters van moeder en vader. Als grootouders al waren overleden dan gingen zij voor bij vernoeming. Jong overleden kinderen werden zo snel mogelijk vernoemd.

Napoleon bepaalde op 18 augustus 1811 dat een ieder die nog geen familienaam had datzelfde jaar er één moest aannemen en laten registreren. Op grond van hetzelfde besluit werden alle reeds in gebruik zijnde namen vaste familienamen.

Vóór deze verplichte naamsaanname in 1811 was het in Friesland niet de gewoonte voor gewone burgers een (officiele) achternaam te voeren. In de akten of kerkelijke bestanden werd door hun gebruik gemaakt van patroniemen. Dit wil overigens niet zeggen dat de betrokkenen geen familienaam hadden. Adelijke of andere rijke en/of belangrijke personen gebruikten doorgaans wel een achternaam. In 1825 vaardigt de Nederlandse overheid nogmaals een maatregel uit om bovenstaand decreet te bevestigen. Zoals al eerder is aangegeven blijkt dat ook in onderstaande genealogie dat tussen de Franse bezetting (1813) en 1825 een aantal achternamen werd gewijzigd.

ARJEN BOTTES VAN DER HAUW

    CopyLeft:
    voor personen en niet commerciële instellingen

    © Copyright: van der Hauw
    Internet Services

Voor reacties: mvanderhauwplanet.nl