Tekst: Tjerk van der Hauw, (Xj.) Geb. 19 Maart 1929
Catrinus van der Hauw is de vierde zoon van het echtpaar Tjerk van der Hauw en Sibbeltje van der Wal.
![]() |
Catrinus van der Hauw |
Na eerst als timmerknecht bij timmerbaas Anholt gewerkt te hebben is hij samen met zijn broer Jelle begonnen als zelfstandig ondernemer in het timmervak.
![]() |
Links bij x : Catrinus rechts: Jelle |
Op 14 Mei 1923 ging de eerste aanvraag voor een bouwvergunning naar B & W te Bolsward voor het bouwen van 2 woningen met regenwaterbak en welput op de hoek van het voormalige "Lange Land" en gelegen aan de Hid Herostraat. Op 22 Mei kwam de goedkeuring en kon met de bouw worden begonnen. Ze woonden toen nog als vrijgezel bij hun ouders op de Looiersbuurt nr. 12 ( in de volksmond "Amacitia tuin"). Kennelijk konden ze de woningen vrij snel verkopen want op 5 Augustus 1924 gaat de volgende
aanvraag de deur uit voor het bouwen van twee huizen ernaast.
![]() |
Bij broer Romke in Alkmaar |
De goedkeuring volgt op 5 September. Ze woonden nu in de Pieter Tanjéstraat nr. 2.
Later hebben ze nog twee huizen ernaast gebouwd. Vaak woonden ze dan tot de verkoop in één van deze huizen. Op 18 Februari 1926 nemen ze een optie op een " burgerhuizing met verenigingslokaal
met erf en grond" van Johannes Schaafsma voor Fl. 3127,- op de Grote Dijlakker nr. 52. De koop is inclusief de gasleiding, de gaslamp in de kamer en het gascomfoor met tafeltje in de keuken voor Fl. 25,-. De finale verkoop is op 6 Maart 1926. Ze betalen een voorschot van Fl. 70,- en op 1 Mei 1926 wordt de rest van de koopsom verrekend. Na verbouwing wordt het geschikt gemaakt als timmerwerkplaats.
Op 3 Februari 1927 kopen ze het " woon- en winkelhuis met erf en verder toebehoren" ernaast op Grote Dijlakker 51 voor Fl. 2150,- van Hessel Slippens, zonder beroep en van Pieter Johan Ulrich Landskroon, van beroep bakker. Op 2 Mei 1927 wordt er afgerekend.
![]() |
Links: Catrinus, rechts: Jelle |
Er gaat direct een brief ( waarschijnlijk geschreven door broer Romke) naar B & W voor een sloopvergunning met als belofte dat ze zo spoedig mogelijk een tekening met (ver)bouwaanvraag voor de beide huizen zullen indienen waar bij ze opmerken dat nr. 51 voor1 Mei klaar moet zijn voor bewoning van hun ouders ( die hebben er overigens nooit in gewoond !). De sloop wordt goedgekeurd maar het nieuwe ontwerp wordt echter tot twee maal toe afgekeurd door de schoonheidscommissie, waarna een protestbrief volgt op 1 Maart 1927. Op de tekening is nog te zien dat nr.51 een soort klokgevel zou moeten krijgen en nr. 52 een knikgevel. Uiteindelijk wordt een tekening met aan elk huis een puntgevel goedgekeurd.
Rond November 1927 gaat een aanvraag naar B & W voor het plaatsen van een zaagmachine aangedreven door een 4,2 PK electromotor in pand nr.52. Na vergaderingen van de Arbeidsinspectie en toetsing aan de Hinderwet wordt op 21 December 1927 toestemming verleend. Later wordt nog een schaaf- en vandiktebank aangeschaft zodat ze toen ook grotere klussen konden uitvoeren.
Behalve nieuwbouw hebben ze ook veel verbouwingen zoals de verbouw van het pand O.P. van der Klei op de Appelmarkt nr.3. uitgevoerd.
![]() |
Catrinus van der Hauw |
Catrinus trouwt te Bolsward op 24 Mei 1928 met Pietertje Jantje van der Wal. Zij is geboren te Bolsward op 3 Juli 1904 en is een dochter van Pieter Theunisz. van der Wal en Sipkje Boelens. Pieter Theunisz. van der Wal is geboren te Tjerkwerd op 17 Mei 1863 en is op 15 Mei 1951 overleden op 88 jarige leeftijd te Bolsward . Hij trouwt te Wonseradeel op 21 Mei 1887 met Sipkje Boelens. Zij is geboren te Franeker op 26 November 1866 en is op 28 Februari 1941 op 74 jarige leeftijd overleden te Bolsward . Zij werd aldaar begraven op 4 Maart 1941.
Catrinus en Pieterje Jantje krijgen tussen 1929 en 1940 5 kinderen, nl Tjerk, Pieter,
Sipkje, Arjen en Jan.
In de crisisjaren voor de 2e Wereldoorlog hadden ze vaak geen of nauwelijks werk. Ze waren dan al lang blij als er iemand kwam met een klusje waardoor er toch weer brood op de plank kwam. Het waren bar en boze jaren, waarin ze van alles probeerden zonder winst, alleen voor een klein arbeidsloon te werken.
Op 5 Januari 1950 is een acte opgemaakt waarbij de al lang bestaande " vennootschap onder firma " (volgens de acte aangegaan op 30 September 1923, maar in feite zoals boven blijkt, veel eerder) notarieel vastgelegd werd en een aantal voorwaarden op papier gezet zijn.
Tijdens en na de tweede wereldoorlog zijn ze begonnen met het fabriceren van lijkkisten. Als het 's winters erg koud was in de werkplaats wou de beits die ze gebruikten vaak niet droog worden. Dan werd de kist in de huiskamer bij de warme kachel klaargemaakt, waarbij Pietertje het kussen voor de overledene naaide op de naaimachine. In die tijd begonnen ze pas goed te draaien en hadden ze een redelijke welvaart.
Rond 1963 is eerst Jelle gestopt als firmant (65 jaar) en is Catrinus met de zoons Pieter, Arjen en Jan verder gegaan. Later is Pieter zelfstandig begonnen en is de zaak met Arjen en Jan doorgegaan. Catrinus had al rond z'n 60e verjaardag hartproblemen en deed na het stoppen van z'n broer Jelle alleen de boekhouding. Op 26 Juli 1970 overleed hij aan deze hartkwaal op 70 jarige leeftijd na een zeer werkzaam leven.